woensdag 31 augustus 2011

St Gertrudis als doodsgodin

St Gertrudis laat me niet los. Deze lokale heilige is zowel een historisch figuur als ook een archetypisch karakter waar veel verering en symbolische betekenis in te vinden is. 

Als historische figuur interesseert ze me eerlijk gezegd niet zo heel erg. Het is wel leuk om te weten dat ze van 626 tot 664 na Christus leefde, uit het Merovingisch  regentengeslacht van de Pippiniden stamt en voorouder was van Karel de Grote. In haar leven was ze abdis van Nijvel in Waals Brabant. Ze was gravin van Strijen en “bezat schier het gehele westen onzer provincie” meldt het Noord-Brabantsche sagenboek (1973). En het is wellicht interessant om inzicht te krijgen in haar leiderschapskwaliteiten als vrouw in die tijd.

Maar de archetypische Gertrudis boeit me veel meer. Een archetype is een universeel begrepen symbool, oermodel, gedragspatroon  dat ten grondslag ligt aan varianten van personificaties, concepten en objecten. Ik ga er van uit dat niets verdwijnt in het universum dus dat allerlei archetypische aspecten steeds maar weer terugkeren in actuele representaties. Dus in het voorbeeld van Getrudis, die echt bestaan heeft, zijn er later allerlei elementen aan haar toegeschreven die als (deel van een) oermodel eerder al bestaan hebben. Zoals de elementen van een eerdere doodsgodin, wat in verschillende beschrijvingen te lezen is. In enkele gevallen wordt er een concrete namen genoemd, die van de Noordse godin Frigga en Freya[i].

St Gertrudis opvolgster van de Noordse Frigga of Freya?
Frigga op troon

Wie zijn Frigga en Freya?
In de Noordse mythologie werd Frigg (Edda's) of Frigga (Gesta Danorum) de "Eerste onder de godinnen" genoemd, 1 de vrouw van Odin, koningin van de Asen, en godin van het firmament, aldus Wikipedia.  Zij is de godin of patrones van het huwelijk, het moederschap, de vruchtbaarheid, de liefde en de seksualiteit, de huishouding en de huiselijke kunsten. Dit zijn alles tezamen kenmerkende eigenschappen van een moedergodin.


Naast haar hoofdfunctie van echtgenote en moeder, heeft ze de macht over de voorspelling, al zegt ze zelf niet wat ze weet, en zij is de enige die naast Odin op de hoogverheven troon Hlidskjalf mag zitten vanwaaruit men een volledig zicht op het universum heeft. Samen met haar man neemt ze mee deel aan de Wilde Jacht. Zij was in vele culturen uit de noordelijke helft van Europa bekend, soms onder lichte naamvariaties: bijv. Frea in Zuid-Duitsland, Frija of Friia in Oud Hoogduits, Friggja in Zweden, en Frika in de opera's van Wagner. Vrouw Holle (maakt sneeuw door haar kussen uit te kloppen) en Perchta (controleert het spinnen) worden eveneens als een relict van het Frigg concept beschouwd.

Freya en Frigga worden veel door elkaar gehaald maar Freya lijkt mij toch weer een iets andere vorm;

Freya is de Noordse godin van de vruchtbaarheid, de liefde en de wellust en ze is ook een strijdgodin. Ze wordt beschouwd als de Noord-Europese tegenhangster van Venus en Aphrodite, al bezit ze een combinatie attributen die in geen enkele mythologie van andere Indo-Europese volkeren aanwezig is. Ze komt wat dat betreft dichter bij de Mesopotamische Ishtar, voor zover die ook zowel in de liefde als in de strijd is betrokken, aldus Wikipedia.
Freya’s verblijft in Fôlkvângr, een plek in de bovenwereld/hemelen, waar zij een zaal heeft om  de helft van de doden te ontvangen (de andere helft is voor Odin).


De doden overbrengen
En hier zit ook  de connectie met St Gertrudis. Zij was geleidster van de doden. [ii] Een van de ‘bewijzen’ hiervoor is het gebruik van de St. Geertenminne, een dronk voorafgaand aan een reis om de reiziger te beveiligen tegen ongelukken. Men sprak onder het drinken de formule uit: ‘Ste. Geerteminne en St. Jansgeleide’. Dit gebruik wordt gezien als gekerstende voortzettingen van heidense herinneringsdranken aan de goden. Interessant is dat Sinte Geertruiden Minne en Sint Jans Minne een soort twee-eenheid vormden, in de Nederlanden en in Neder-Duitsland. Zo was het ook gebruikelijk om iemand een goede reis te wensen met de woorden ‘Sint Jans Gelei en Sinte Geertruids min zij met U’.  St. Jan; Johannes de Doper wordt vereerd als patroon van een pijnloze dood en geleider der reizenden.

In de volgende legende wordt hierover verhaald.  

Legende van de verliefde ridder, de duivel en de minnedronk
Er was een ridder was die St Gertrudis liefhad en hij hoopte dat hij St Gertrudis voor zich kon winnen, ook al had ze zich teruggetrokken in het klooster uit het wereldse leven. De ridder riep daarom de hulp van den duivel in. De ridder beloofde zijn ziel na 7 jaar aan de duivel als deze hem wilde helpen  en de ridder ondertekende het perkament met bloed. De 7 jaar verliepen, St Gertruud was nog steeds in het klooster, - en in een van de legendes gaf de ridder zich over aan allerhande aardse genoegens - maar de duivel eiste wel de ziel van de ridder op en kwam de ridder na 7 jaren - van geluk en genot - halen  St. Gertrudis droomde van St. Jan en deze maakte aan bekend met het gevaar waarin de ridder verkeerde. St Gertrudis verzamelde al haar nonnen en ging voor de kloosterpoort staan, waar juist de duivel met  de ridder voorbij reed. Zij ging voor de ridder staan, bood hem een beker wijn aan en zei hem dat hij deze moest ledigen op St. Jans’ geleide.  De ridder volgde haar raad en toen de laatste droppel gedronken was vloog de boze vijand onder afgrijselijk gehuil weg en het perkament viel verscheurd voor de voeten van de ridder.

In één van de legendes deed Gertrudis met haar abdisstaf ook nog een bron ontspringen en bood de edelman vervolgens een dronk aan 'ter ere van Sint Jan en ter minne van mij'. De St. Gertrudis bron zou in Borgvliet bij Bergen op Zoom liggen.

Wat zijn de diepere lagen van deze legende?
In eerste instantie lijkt de essentie van het verhaal dat St. Gertrudis zichzelf trouw blijft en zij redt degene die zichzelf niet trouw is gebleven (de ridder die zijn ziel verpand heeft aan de duivel). Zij zorgt in feite voor de dood en wedergeboorte van de ridder (het is onduidelijk in dit verhaal of de ridder dood gaat, duidelijk is wel dat de oude vorm (ridder in de ban van de duivel) sterft, hij is na de beker wijn weer ‘schoon’.   Maar, het is wel een erg stichtelijke boodschap. Zou het kunnen zijn dat de ridder ook zichzelf trouw is, alleen dat hij dit doet op de aardse wijze. Of dat het helemaal niet gaat over trouw zijn of niet, goed of kwaad. Maar over de vergankelijkheid van het leven en alle duale krachten hierin.

Er zijn verschillende aanwijzingen, zoals het met bloed ondertekenen en de drinkbeker, voor een mogelijke interpretatie vanuit een moedergodinnen cultus. Het bloed verwijst naar psychische energie en levenskracht, menstruatie waardoor leven uberhaupt mogelijk is. De beker is de levensbron, die de wateren van het leven bevat, de baarmoeder. Het is het klassieke freudiaanse symbool van vrouwelijke seksualiteit.

Stel…. St Gertrudis is een priesteres van een moedergodin (Frigga, Freya of nog eerdere voorgangers?). En stel…. de duivel is donkere kant van  Godin, de vernietigende kracht, de aardse genoegens, de lusten en verlangens. De ridder (het manlijke element?) wil (via de priesteres) de moedergodin aanbidden en hij komt 7 jaar[iii] in aanraking met de aardse genoegens. Met andere woorden, er is een langdurig contract tussen mens en aarde via bloed tot stand gekomen.
Vervolgens droomt de priesteres van St Jan, oftewel zij ‘leest’ de energie van Johannes de Doper.

De dood van St Jan en van de ridder begeleid door een ritueel
Omdat St. Jan steeds terug blijft komen toch ook maar even dieper in zijn verhaal duiken. Ook omdat deze legende mij op een of andere manier erg doet denken aan het verhaal uit de bijbel van Salomé die het hoofd van Johannes de doper op een schaal vraagt. Johannes werd vermoord door Herodes op aanwijzen van Salomé die na haar buikdans ritueel van Herodes als beloning alles mocht vragen wat haar hart begeerde. Ze vroeg – na kort beraad met haar moeder – om het hoofd van Johannes de doper, op een bord. Aldus geschiedde.

Een mogelijke interpretatie van dit Bijbelse verhaal is dat Salomé (haar naam betekent vrede) een priesteres is die een ritueel uitvoert. Buikdansen was in vroegere tijden een heilige dans, die o.a. in gebruik is  bij bevallingen. Met het buikdans ritueel zou Salomé  de ‘overtocht’ van Johannes naar de andere zijde, ofwel zijn stervensproces, ondersteunen.
Gertrudis vertelt op haar beurt de ridder dat zijn einde nabij is en voert een ritueel uit met haar collega-priesteressen (in de Christelijke vertaling zijn dit de nonnen geworden). Zij biedt de beker aan, met andere woorden de levensbron, en laat het oude sterven en het nieuwe geboren worden.


Wat weten we verder van St Gertrudis?
In een aantal  verhalen is St Gertrudis aan het spinnen. “Een daarvan verhaalt dat de heilige eens tijdens het spinnen in slaap was gevallen, waarna ratten en muizen haar spinrokken in hun hol hadden gesleept. Een andere legende vertelt hoe Gertrudis tijdens het spinnen werd gesard door de duivel in de gedaante van een muis. Niettemin wist de heilige haar geduld te bewaren. In weer een andere legende wordt verhaald hoe de heilige, moe van het spinnen, op zeker ogenblik in slaap was gevallen. De duivel zond daarop ratten en muizen die haar spinrokken in de war maakten. Gertrudis, eenmaal ontwaakt, zou echter deze dieren hebben verjaagd. Dergelijke verhalen kenden reeds aan het begin van de 15e eeuw een wijde verspreiding in West-Europa[iv].
"Frigga spinning clouds"

Een spinnewiel is het symbool voor het creëren van de levensdraad. In dat verband heeft het spinnewiel alles uit te staan met het levenslot en de dood. Een van de godinnen die in verband met het spinnen wordt gebracht is Holda of Vrouw Holle. Hier zijn we weer terug in de Noordse godin wereld van Frigga en Freya.


De naam Gertrudis betekent `sterk speer`. Haar feestdag is 17 maart. En ze werd bovenal vereerd als patrones tegen de ratten en muizen. “De reden van haar aanroeping is wel deze, dat de H. Gertrudis  eenige trekken van de Germaansche doodsgodin heeft overgenomen; immers in de volksvoorstelling neemt de ziel vaak de gedaante van een muis aan”, aldus het Sagenboek (p.206). Muizen worden ook wel chtonische zieledieren genoemd; men meende, dat de ziel het lichaam kon verlaten en in een dier verder leven, hetzij als muis, hommel, spin of wat ook.
Maar …… het zijn behoorlijk wat –ogenschijnlijk - tegenstrijdige aanwijzingen. Maagd, Sterk Speer, de lente-datum van 17 maart, muis, spinnen, staf, beker, afscheidsdrank (St Geertenminne), St Jan (24 juni). Het lijkt onmogelijk om de figuur van deze heilige terug te vertalen naar 1 personage. En al deze tegenstrijdigheden maken haar juist een moedergodin, waarin leven, dood en wedergeboorte, maagd, moeder en wijze vrouw, manlijke en vrouwelijke vorm, liefde en strijd, creativiteit en destructie en alle andere dualiteiten vertegenwoordigd zijn.


[i]  http://aworldofmyths.com/Norse_Gods/Freya.html / ;  http://www.meteo-maarssen.nl/hk_0317.html
[ii] Het tijdschrift der Nederlandse Taal- en Letterkunde (jaargang 79 uit 1963!) stelt dat het feit dat St. Geertruid geleidster van de doden was historisch gedocumenteerd is. Na haar dood werd Geertruide onmiddellijk vereerd als beschermster tegen gevaren op zee, als bevrijdster van gevangenen en als geleidster van reizenden.
[iii] 7 is een heilig getal dat ook staat voor volledigheid, zoals ook terugkomt in o.a. de  7 dagen waarin schepping tot stand kwam, de 7 deugden, de 7 kleuren van de regenboog, of de 7 dwergen van Sneeuwwitje.
[iv] http://www.meertens.knaw.nl/bedevaart/bol/plaats/597.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten