woensdag 31 augustus 2011

St Gertrudis als doodsgodin

St Gertrudis laat me niet los. Deze lokale heilige is zowel een historisch figuur als ook een archetypisch karakter waar veel verering en symbolische betekenis in te vinden is. 

Als historische figuur interesseert ze me eerlijk gezegd niet zo heel erg. Het is wel leuk om te weten dat ze van 626 tot 664 na Christus leefde, uit het Merovingisch  regentengeslacht van de Pippiniden stamt en voorouder was van Karel de Grote. In haar leven was ze abdis van Nijvel in Waals Brabant. Ze was gravin van Strijen en “bezat schier het gehele westen onzer provincie” meldt het Noord-Brabantsche sagenboek (1973). En het is wellicht interessant om inzicht te krijgen in haar leiderschapskwaliteiten als vrouw in die tijd.

Maar de archetypische Gertrudis boeit me veel meer. Een archetype is een universeel begrepen symbool, oermodel, gedragspatroon  dat ten grondslag ligt aan varianten van personificaties, concepten en objecten. Ik ga er van uit dat niets verdwijnt in het universum dus dat allerlei archetypische aspecten steeds maar weer terugkeren in actuele representaties. Dus in het voorbeeld van Getrudis, die echt bestaan heeft, zijn er later allerlei elementen aan haar toegeschreven die als (deel van een) oermodel eerder al bestaan hebben. Zoals de elementen van een eerdere doodsgodin, wat in verschillende beschrijvingen te lezen is. In enkele gevallen wordt er een concrete namen genoemd, die van de Noordse godin Frigga en Freya[i].

St Gertrudis opvolgster van de Noordse Frigga of Freya?
Frigga op troon

Wie zijn Frigga en Freya?
In de Noordse mythologie werd Frigg (Edda's) of Frigga (Gesta Danorum) de "Eerste onder de godinnen" genoemd, 1 de vrouw van Odin, koningin van de Asen, en godin van het firmament, aldus Wikipedia.  Zij is de godin of patrones van het huwelijk, het moederschap, de vruchtbaarheid, de liefde en de seksualiteit, de huishouding en de huiselijke kunsten. Dit zijn alles tezamen kenmerkende eigenschappen van een moedergodin.


Naast haar hoofdfunctie van echtgenote en moeder, heeft ze de macht over de voorspelling, al zegt ze zelf niet wat ze weet, en zij is de enige die naast Odin op de hoogverheven troon Hlidskjalf mag zitten vanwaaruit men een volledig zicht op het universum heeft. Samen met haar man neemt ze mee deel aan de Wilde Jacht. Zij was in vele culturen uit de noordelijke helft van Europa bekend, soms onder lichte naamvariaties: bijv. Frea in Zuid-Duitsland, Frija of Friia in Oud Hoogduits, Friggja in Zweden, en Frika in de opera's van Wagner. Vrouw Holle (maakt sneeuw door haar kussen uit te kloppen) en Perchta (controleert het spinnen) worden eveneens als een relict van het Frigg concept beschouwd.

Freya en Frigga worden veel door elkaar gehaald maar Freya lijkt mij toch weer een iets andere vorm;

Freya is de Noordse godin van de vruchtbaarheid, de liefde en de wellust en ze is ook een strijdgodin. Ze wordt beschouwd als de Noord-Europese tegenhangster van Venus en Aphrodite, al bezit ze een combinatie attributen die in geen enkele mythologie van andere Indo-Europese volkeren aanwezig is. Ze komt wat dat betreft dichter bij de Mesopotamische Ishtar, voor zover die ook zowel in de liefde als in de strijd is betrokken, aldus Wikipedia.
Freya’s verblijft in Fôlkvângr, een plek in de bovenwereld/hemelen, waar zij een zaal heeft om  de helft van de doden te ontvangen (de andere helft is voor Odin).


De doden overbrengen
En hier zit ook  de connectie met St Gertrudis. Zij was geleidster van de doden. [ii] Een van de ‘bewijzen’ hiervoor is het gebruik van de St. Geertenminne, een dronk voorafgaand aan een reis om de reiziger te beveiligen tegen ongelukken. Men sprak onder het drinken de formule uit: ‘Ste. Geerteminne en St. Jansgeleide’. Dit gebruik wordt gezien als gekerstende voortzettingen van heidense herinneringsdranken aan de goden. Interessant is dat Sinte Geertruiden Minne en Sint Jans Minne een soort twee-eenheid vormden, in de Nederlanden en in Neder-Duitsland. Zo was het ook gebruikelijk om iemand een goede reis te wensen met de woorden ‘Sint Jans Gelei en Sinte Geertruids min zij met U’.  St. Jan; Johannes de Doper wordt vereerd als patroon van een pijnloze dood en geleider der reizenden.

In de volgende legende wordt hierover verhaald.  

Legende van de verliefde ridder, de duivel en de minnedronk
Er was een ridder was die St Gertrudis liefhad en hij hoopte dat hij St Gertrudis voor zich kon winnen, ook al had ze zich teruggetrokken in het klooster uit het wereldse leven. De ridder riep daarom de hulp van den duivel in. De ridder beloofde zijn ziel na 7 jaar aan de duivel als deze hem wilde helpen  en de ridder ondertekende het perkament met bloed. De 7 jaar verliepen, St Gertruud was nog steeds in het klooster, - en in een van de legendes gaf de ridder zich over aan allerhande aardse genoegens - maar de duivel eiste wel de ziel van de ridder op en kwam de ridder na 7 jaren - van geluk en genot - halen  St. Gertrudis droomde van St. Jan en deze maakte aan bekend met het gevaar waarin de ridder verkeerde. St Gertrudis verzamelde al haar nonnen en ging voor de kloosterpoort staan, waar juist de duivel met  de ridder voorbij reed. Zij ging voor de ridder staan, bood hem een beker wijn aan en zei hem dat hij deze moest ledigen op St. Jans’ geleide.  De ridder volgde haar raad en toen de laatste droppel gedronken was vloog de boze vijand onder afgrijselijk gehuil weg en het perkament viel verscheurd voor de voeten van de ridder.

In één van de legendes deed Gertrudis met haar abdisstaf ook nog een bron ontspringen en bood de edelman vervolgens een dronk aan 'ter ere van Sint Jan en ter minne van mij'. De St. Gertrudis bron zou in Borgvliet bij Bergen op Zoom liggen.

Wat zijn de diepere lagen van deze legende?
In eerste instantie lijkt de essentie van het verhaal dat St. Gertrudis zichzelf trouw blijft en zij redt degene die zichzelf niet trouw is gebleven (de ridder die zijn ziel verpand heeft aan de duivel). Zij zorgt in feite voor de dood en wedergeboorte van de ridder (het is onduidelijk in dit verhaal of de ridder dood gaat, duidelijk is wel dat de oude vorm (ridder in de ban van de duivel) sterft, hij is na de beker wijn weer ‘schoon’.   Maar, het is wel een erg stichtelijke boodschap. Zou het kunnen zijn dat de ridder ook zichzelf trouw is, alleen dat hij dit doet op de aardse wijze. Of dat het helemaal niet gaat over trouw zijn of niet, goed of kwaad. Maar over de vergankelijkheid van het leven en alle duale krachten hierin.

Er zijn verschillende aanwijzingen, zoals het met bloed ondertekenen en de drinkbeker, voor een mogelijke interpretatie vanuit een moedergodinnen cultus. Het bloed verwijst naar psychische energie en levenskracht, menstruatie waardoor leven uberhaupt mogelijk is. De beker is de levensbron, die de wateren van het leven bevat, de baarmoeder. Het is het klassieke freudiaanse symbool van vrouwelijke seksualiteit.

Stel…. St Gertrudis is een priesteres van een moedergodin (Frigga, Freya of nog eerdere voorgangers?). En stel…. de duivel is donkere kant van  Godin, de vernietigende kracht, de aardse genoegens, de lusten en verlangens. De ridder (het manlijke element?) wil (via de priesteres) de moedergodin aanbidden en hij komt 7 jaar[iii] in aanraking met de aardse genoegens. Met andere woorden, er is een langdurig contract tussen mens en aarde via bloed tot stand gekomen.
Vervolgens droomt de priesteres van St Jan, oftewel zij ‘leest’ de energie van Johannes de Doper.

De dood van St Jan en van de ridder begeleid door een ritueel
Omdat St. Jan steeds terug blijft komen toch ook maar even dieper in zijn verhaal duiken. Ook omdat deze legende mij op een of andere manier erg doet denken aan het verhaal uit de bijbel van Salomé die het hoofd van Johannes de doper op een schaal vraagt. Johannes werd vermoord door Herodes op aanwijzen van Salomé die na haar buikdans ritueel van Herodes als beloning alles mocht vragen wat haar hart begeerde. Ze vroeg – na kort beraad met haar moeder – om het hoofd van Johannes de doper, op een bord. Aldus geschiedde.

Een mogelijke interpretatie van dit Bijbelse verhaal is dat Salomé (haar naam betekent vrede) een priesteres is die een ritueel uitvoert. Buikdansen was in vroegere tijden een heilige dans, die o.a. in gebruik is  bij bevallingen. Met het buikdans ritueel zou Salomé  de ‘overtocht’ van Johannes naar de andere zijde, ofwel zijn stervensproces, ondersteunen.
Gertrudis vertelt op haar beurt de ridder dat zijn einde nabij is en voert een ritueel uit met haar collega-priesteressen (in de Christelijke vertaling zijn dit de nonnen geworden). Zij biedt de beker aan, met andere woorden de levensbron, en laat het oude sterven en het nieuwe geboren worden.


Wat weten we verder van St Gertrudis?
In een aantal  verhalen is St Gertrudis aan het spinnen. “Een daarvan verhaalt dat de heilige eens tijdens het spinnen in slaap was gevallen, waarna ratten en muizen haar spinrokken in hun hol hadden gesleept. Een andere legende vertelt hoe Gertrudis tijdens het spinnen werd gesard door de duivel in de gedaante van een muis. Niettemin wist de heilige haar geduld te bewaren. In weer een andere legende wordt verhaald hoe de heilige, moe van het spinnen, op zeker ogenblik in slaap was gevallen. De duivel zond daarop ratten en muizen die haar spinrokken in de war maakten. Gertrudis, eenmaal ontwaakt, zou echter deze dieren hebben verjaagd. Dergelijke verhalen kenden reeds aan het begin van de 15e eeuw een wijde verspreiding in West-Europa[iv].
"Frigga spinning clouds"

Een spinnewiel is het symbool voor het creëren van de levensdraad. In dat verband heeft het spinnewiel alles uit te staan met het levenslot en de dood. Een van de godinnen die in verband met het spinnen wordt gebracht is Holda of Vrouw Holle. Hier zijn we weer terug in de Noordse godin wereld van Frigga en Freya.


De naam Gertrudis betekent `sterk speer`. Haar feestdag is 17 maart. En ze werd bovenal vereerd als patrones tegen de ratten en muizen. “De reden van haar aanroeping is wel deze, dat de H. Gertrudis  eenige trekken van de Germaansche doodsgodin heeft overgenomen; immers in de volksvoorstelling neemt de ziel vaak de gedaante van een muis aan”, aldus het Sagenboek (p.206). Muizen worden ook wel chtonische zieledieren genoemd; men meende, dat de ziel het lichaam kon verlaten en in een dier verder leven, hetzij als muis, hommel, spin of wat ook.
Maar …… het zijn behoorlijk wat –ogenschijnlijk - tegenstrijdige aanwijzingen. Maagd, Sterk Speer, de lente-datum van 17 maart, muis, spinnen, staf, beker, afscheidsdrank (St Geertenminne), St Jan (24 juni). Het lijkt onmogelijk om de figuur van deze heilige terug te vertalen naar 1 personage. En al deze tegenstrijdigheden maken haar juist een moedergodin, waarin leven, dood en wedergeboorte, maagd, moeder en wijze vrouw, manlijke en vrouwelijke vorm, liefde en strijd, creativiteit en destructie en alle andere dualiteiten vertegenwoordigd zijn.


[i]  http://aworldofmyths.com/Norse_Gods/Freya.html / ;  http://www.meteo-maarssen.nl/hk_0317.html
[ii] Het tijdschrift der Nederlandse Taal- en Letterkunde (jaargang 79 uit 1963!) stelt dat het feit dat St. Geertruid geleidster van de doden was historisch gedocumenteerd is. Na haar dood werd Geertruide onmiddellijk vereerd als beschermster tegen gevaren op zee, als bevrijdster van gevangenen en als geleidster van reizenden.
[iii] 7 is een heilig getal dat ook staat voor volledigheid, zoals ook terugkomt in o.a. de  7 dagen waarin schepping tot stand kwam, de 7 deugden, de 7 kleuren van de regenboog, of de 7 dwergen van Sneeuwwitje.
[iv] http://www.meertens.knaw.nl/bedevaart/bol/plaats/597.

maandag 22 augustus 2011

De Legende van Hakendover nader bekeken

De legende van Hakendover:

De legende verhaalt dat in het jaar 690 kwamen drie vrome maagden, afstammelingen van keizer Octavianus, uit Rome te Hakendover aan.  Zij besloten een kerk te bouwen ter ere van de Zaligmaker op de plaats “Hooibout”, maar deze plaats bleek God niet welgevallig te zijn. Alles wat overdag door de werklieden en steenkappers was gebouwd, werd ’s nachts door Zijn engelen omvergeworpen.

Toen zij op een andere plaats “Steenberg” genaamd, de werklieden verzochten de bouw van de kerk aan te vatten, gebeurde hetzelfde als op de “Hooibout”. De drie troosteloos geworden maagden kregen, toen de nood het hoogst was, op de “dertiendach” (16 januari), het bezoek van een engel. Deze wees hen de plaats aan die God welgevallig was en waar de kerk moest gebouwd worden. Het had die dag hard gevroren en gesneeuwd. Rondom de plaats die de engel aanwees, zagen de drie maagden een zijden draad gespannen waarbinnen het gras en de kruiden in volle groei en bloei stonden. Op de plaats waar nu het hoogaltaar staat, zagen zij een struik “spikdoorn” genoemd, waarin engelen als vogeltjes zongen. Een raaf droeg in zijn klauw een papier waarop stond dat dit de plaats was door God uitverkoren. Voor de bouw werden 12 arbeiders aangeworven. Zolang de bouw van de kerk duurde, waren zij overdag echter met dertien. Bij het middagmaal en de uitbetaling verschenen er telkens slechts twaalf. De dertiende arbeider was de Zaligmaker zelf. Omdat God de plaats en de kerk zelf had gewijd en geheiligd, werden drie bisschoppen die de kerk wilden inzegenen gestraft.  (http://www.pp-h.be/legende.html )


Drie maagden als verwijzing naar moedergodin-cultus?
Als ik zelf nadenk over de legende dan zie ik in de drie maagden een mogelijke verwijzing naar Hecate, een Grieks/Romeins maar waarschijnlijk daarvoor al bestaande godin. Hecate wordt geassocieerd met magie, hekserij, ‘crossroads’, beschermster van ingangen (geboortes), poorten en muren, verzorging van kinderen en de maan. Andere verwijzingen naar haar zijn toortsen en honden en later ook met paarden. Ze is ambivalent, doorbreekt conventies en tart definities en kent de onderwereld. Er wordt naar haar verwezen  (net als Artemis en Diana) als  ‘a liminal godess’;  die te maken heeft met overgangen, drempels. Ze is zowel een ’crown’ (wijze vrouw) als een maagd én ze wordt afgebeeld als drievoudig. Hier hebben we de link met de 3 maagden. En, een andere link  zijn de paarden, ze zou paardrijders gewillig zijn (net als overigens ook scheepslui, jury’s die beslissingen moeten nemen, en militairen ).  De beschrijving van Hecate als maagd is waarschijnlijk in de betekenis van maagd als ‘op zichzelf staande vrouw’ .

En als een belangrijke moedergodin kent ze de cyclus van leven – dood en wedergeboorte.
Als ik naar de legende kijk zou een interpretatie kunnen zijn dat Godin creëert (eerste creatie van woonhuis en kerk) en vernietigt (de engelen -haar donkere kant - die ’s nachts de kerk vernielen). Godin creëert en vernietigt  wederom . Godin stemt af en weet (haar onzichtbare kant, de engel) een vruchtbare plek. De godin heerst over /werkt samen met de natuur ( “Het had zwaar gesneeuwd maar de plaats van de kerk baadde in het zonlicht en bomen en struiken bloeiden alsof het lente was”.) en komt bij de bron ( toont het 7de plaatje in het altaarstuk toevallig ook een wegsplitsing?).  De spikdoorn die genoemd wordt verwijst naar meidoorn (de uitleg in het dromenwoordenboek van meiboom: “een voorstelling van de fallische, manlijke spiritualiteit en van levenschenkende energie). Kortom, een vruchtbare plek is gevonden, dat wil zeggen daar waar manlijke en vrouwelijke energie samenkomen. 
Wedergeboorte; het heiligdom wordt gebouwd, maar waarom die meidoorn omgehakt wordt, dat snap ik niet. Misschien dat de kerkvaders de heidense gebruiken zoals boomverering wilden kerstenen? . De 12 werklieden verwijst wellicht naar de betekenis van het getal 12 van volmaaktheid, voltooide cyclus. 13 herbegint de cyclus dus is het een getal van transformatie of het begin van een nieuwe cyclus, een boodschap om het oude los te laten en het nieuwe binnen te laten komen[i]. Het gaat dan mijns inziens om het verder uitdragen en het samenwerken aan een heilige, vruchtbare creatie.  

Ook de paardenprocessie op 2de paasdag (Pasen: feest van  wedergeboorte) zijn een mooi beeld dat de aarde (Godin) wordt wakker getrappeld om weer vruchtbaar te zijn.

De legende afgebeeld op het altaar
“Het verhaal van de legende staat gebeiteld in een houten retabel uit 1405 en wordt uitgebeeld tijdens de processie. Op de onderste rij werd de legende uitgebeeld. Zo zien we achtereenvolgens:
             de 3 maagden op weg naar hun taak in Hakendover
             de eerste bouw
             de vernieling van de eerste bouw
             de aanmoediging van de werklieden door de maagden bij de aanvang van de tweede bouw (let op de zak met geld die de eerste maagd vasthoudt en de sombere gezichten van de weinige werklieden)
             de vernieling van de tweede bouw
             de 3 maagden biddend in vertwijfeling
             (kruisbeeld)
             de 3 maagden bij de meidoorn (let op de vogel en het papier)
             de definitieve bouw (let op het enthousiasme en de talrijke werklieden)
             het omhakken van de meiboom (om het altaar te kunnen bouwen)
             de betaling aan 12 werklieden (er zijn er exact 12 uitgebeeld, ook hier hebben de maagden hun zak met geld meegebracht)
             de Goddelijke Zaligmaker in de kerk
             de 3 bisschoppen (2 zullen pogen om de kerk te wijden) .



Nog meer op het altaarstuk: manlijk en vrouwelijk in evenwicht

In het centrale paneel van het altaarstuk staan op de bovenste rij de 12 apostelen (2 per nis) afgebeeld. In het linkerzijluik vinden we 6 mannelijke heiligen (eveneens 2 per nis). Van links naar rechts: Benedictus, Antonius Abt, Bisschop Aegidius (Gilles), Dionysius, Laurentius en Johannes de Doper. In het rechterluik vinden we op analoge manier 6 vrouwelijke heiligen: Maria Magdalena, Agnes, Apollonia, Barbara, Katharina en Gertrudis.
Er werd gestreefd naar een symmetrische opstelling. Centraal staan bijbelse figuren (Johannes De Doper en Maria Magdalena). Uiterst links staat abt Benedictus en uiterst rechts abdis Gertrudis. De martelaars zijn Dionysius en Laurentius, hun vrouwelijke tegenhangers, Apollonia en Agnes. Antonius en Gilles zijn de kluizenaars. Katharina en Barbara zijn hun vrouwelijke tegenhangers omdat zij als duo het contemplatieve en actieve religieuze leven voorstellen. Merkwaardig, dit duo vormt samen met Maria Magdalena de zgn. "3 Santinnen", een personificatie van Geloof (Barbara), Hoop (Katharina) en Liefde (Maria Magdalena). Een zinspeling op de Drie Maagden misschien? “[ii]


Dertienmaal ; de andere processie naast de paardenprocessie
De andere bedevaart, nl. die van het Dertienmaal op 16 en 17 januari omvat dertien rondjes tussen de kerk van de Goddelijke Zaligmaker en de O.-L.-V.-ten-Steenkapel te Grimde (waar volgens de overlevering de Drie Maagden zouden begraven liggen), in totaal ongeveer 42 km.

De dertiendag heeft een Germaanse oorsprong. Toen het Christendom de Juliaanse vaste zonnekalender invoerde werd de begindatum van het dertiendaagse Joelfeest gekoppeld aan het kerstfeest, dat onder Romeinse invloed werd gevierd op 25 december (Aanhangers van de Mithras zonnecultus vierde dan de ‘sol invictus’ en de Romeinse keizer wou de vele aanhangers niet voor het hoofd stoten en liet ook om diplomatieke redenen beide feesten samenvallen). Het Germaanse joelfeest duurde van dan af dus tot 6 januari, de “heidense” Dertiendag en later werd daar de christelijke Driekoningendag geplaatst (In Engeland heet de Driekoningendag nog steeds de “twelfth night”, Duitsers spreken nog van de “Zwölften”). De dertiendag viel dus op 6 januari! Dat het nu op 16 en 17 januari wordt gehouden heeft te maken met de kalenderhervorming van paus Gregorius XII in 1582 (http://www.hakendover.be/geschiedenis.asp?a=read&id=59&r=)  



[i] The Kabbalah Centre
[ii] http://users.skynet.be/fa050784/html/legende.html

woensdag 10 augustus 2011

Grimde en Hakendover: oude rituelen met paarden op een leylijn

Mijn  moeder en ik vervolgde onze weg met als doel Hakendover. Een klein Vlaams dorp waar ieder jaar nog steeds een paardenprocessie plaatsvindt, op 2de paasdag en een andere processie - de Dertienmaal -op de nacht van 16 op 17 januari. Bij de paardenprocessie rijden de paarden en hun berijders om de kerk van Hakendover  en galopperen daarna over de velden om de aarde wakker te trappen. En daar waar de paarden gegaloppeerd hebben groeit het mooiste koren en de beste gewassen. Volgens ons mam en ons pap, die deze paardenprocessie een keer bijgewoond hebben, is het  erg indrukwekkend.  Mijn moeder vertelde ook dat ome André, de man van oudtante uit Macharen, vanuit Nederland ook aan deze processie deelnam. En ook broederschappen uit Goirle reden – en rijden? - te paard naar Hakendover om aan dit eeuwenoude ritueel deel te nemen.  De processie herdenkt een legende uit 690 toen 3 vrome maagden  een kerk wilden bouwen voor de Goddelijke Zaligmaker. Nadat de kerk tweemaal bij nacht was afgebroken door engelen (sommige verhalen spreken over de duivel), gebeurde er op de dertiende dag na Driekoningen een wonder. Een engel leidde de maagden naar een plaats waar de natuur -ondanks de wintertijd- in volle bloei stond. In een boom zat een vogel met een brief van God in zijn rechterpoot: "Op deze plaats wil ik mijn kerk bouwen." Tijdens de werkzaamheden waren er telkens dertien werklieden aanwezig, bij de uitbetaling slechts twaalf. Die dertiende werkman was God zelf.


Ons mam en ik volgde de  verwijzing naar de kapel in Grimde, Onze Lieve Vrouwe ten Steen. Deze plek is via de Dertienmaal-processie op 16 - 17 januari met Hakendover verbonden, omdat er dan 13 keer de weg tussen deze 2 plaatsen wordt afgelegd. We kwamen daar terecht bij een klein kapelletje, gebouwd in 1331,  in een buitenwijkje van de stad Tienen.   In het kapelletje een eigenaardig beeldje van Mara, een zittende vrouwsfiguur met een boek op haar schoot.

Maria als zittende wijze vrouw



Het was voor mij een archetypisch beeld van een wijze vrouw en ik realiseer me dat Maria maar zelden zo afgebeeld wordt. Meestal is het de moeder, met kind, of soms zonder kind maar dan als Troosteres der Bedrukten, of Onze Lieve Vrouwe der Smarten, titels die regelmatig terugkomen. Of soms ook als maagd, ontvankelijk, een iets jongere verschijning, met de handen uitgestrekt naar de wereld. Maar de wijze vrouw is eigenlijk zelden te zien in onze religieuze cultuurhistorie. Soms wordt de heilige Anna, de moeder van Maria daarvoor gebruikt, maar dan gaat het (impliciet) ook weer om de moederrol. Vrouwelijke wijsheid, anders dan wijsheid over (ver)zorgen is zelden duidelijke afgebeeld, tenminste, ik haal het er niet uit. Misschien is de staf, die wel bij veel Mariabeelden te zien is, een symbool dat hierop duidt. Volgens mij staat dat symbool voor het regeren over de wereld. Maar dan is het zover ik weet altijd in combinatie met het dragen van het kind op een arm. Misschien is vrouwelijke wijsheid hier ook niet van los te koppelen. Anyway, dit Mariabeeldje, Onze Lieve Vrouwe ten Steen, zag er uit als een wijze vrouw met een boek.

IJzeren mutsen tegen hoofdpijn


Haar kompaan in de kerk is Sint Maurus, een heilige die wordt aangeroepen bij hevige hoofdpijnen en bij koppige kinderen. Onder zijn altaar liggen ook een aantal ‘mutsen’; ijzeren beugels die je op je hoofd kunt zetten tegen de hoofdpijn. Ze liggen er in verschillende soorten en maten, zelfs kindermaten!. Het  voelt best aangenaam, zo’n ding op je hoofd, zwaar en aardend.




We hebben nog even om de kapel heen gelopen, op zoek naar 2 kleine menhirs, die volgens het boek ‘De oude wijsheid’ van Cois Geysen naast de kapel liggen, maar door de herinrichting van de straat zijn deze volgens hem amper op te merken. Wij hebben we dan ook niet gevonden.

Op naar Hakendover
Op naar Hakendover, een paar kilometer verder de heuvel op. We troffen een slaperig dorpje met een grote kerk, genaamd Sint Salvator ofwel de Grote Zaligmaker,  die helaas gesloten was. De kerk lag op een stenen? heuvel en vandaaraf kun je mooi over de velden kijken. In gedachten zag ik de paarden galopperen…….. misschien volgend jaar 2de paasdag maar eens gaan kijken.

We hebben een stuk van  de pelgrimsroute gelopen richting Grimde en op zoek gegaan naar de Sint Salvator bron. We konden ‘m niet vinden. Totdat we werden aangesproken door een vrouw die ons vroeg of wij de bron al hadden gevonden…?!?! Toen herinnerde we ons dat weaan het begin van onze tocht de weg hadden gevraagd aan een vrouw op een brommer die op weg was naar haar zoon. Zij kon ons toen niet verder helpen. Maar ze had hierover blijkbaar wel verhaald aan haar schoondochter, die ons vervolgens, anderhalf uur later,  verder hielp. Uiteindelijk de bron gevonden . De hele plek van de kerk op de grote steen/heuvel riep bij mij herinneringen op aan Engeland en Ierland , waar de megalietenbouwers veel ‘heilige’ plekken hadden die daarna door de Christenen veelal tot St Michael  plekken zijn omgetoverd. Helaas hebben we de 3 tumuli tussen Hakendover en Grimde niet gezien.


De ontstaanslegende over de 3 maagden, het ritueel met de paarden, mijn gevoel op de plek  van de kerk, het beeld van de wijze vrouw, de metalen deksels…. dit alles vraagt om een nadere beschouwing. Voer voor een volgende aflevering.